Er loopt een pad naar Niemandsdorp
|
Een pad dat ik ooit heb genomen
|
Ik ging er naartoe
|
En het scheelde niet veel
|
Of ik was nooit meer terug gekomen
|
Er wonen daar mensen
|
Maar niet zoveel
|
Ze hebben het niet zo op vreemden
|
Eén nieuw gezicht vinden zij al te veel
|
Volgens mij zijn het ontheemden
|
Want het prille begin van Niemandsdorp
|
Ligt in lang vervlogen tijden
|
Toen de wereld nog groter was dan men wist
|
En het lot ons leven moest leiden
|
Er loopt een weg heen
|
En er loopt een weg terug
|
Maar het zijn twee verschillende wegen
|
Zo kom je elkaar nimmer onderweg
|
Maar alleen in Niemandsdorp tegen
|
Het leven is goed in Niemandsdorp
|
Kreeg ik mijn leven lang te horen
|
Het leven is goed in Niemandsdorp
|
Maar alleen als je er bent geboren
|
Ik kwam eraan op een zomerse dag
|
Een tas met alleen maar wat kleren
|
Ik was moe van de reis
|
Maar er was geen hotel
|
Geen idee waar ik kon logeren
|
Zo dwaalde ik rond en in iedere straat
|
Werden deuren en ramen gesloten
|
Spelende kinderen werden binnen geroepen
|
Honden werden teruggefloten
|
Even buiten het dorp stond een boer bij een hek
|
En ik vroeg heeft u een plek om te slapen?
|
Hij wist van het zweet vanonder zijn pet
|
Keerde zich om en liep terug naar zijn schapen
|
Vandaar riep hij nog
|
Ik weet niet wat u hier zoekt
|
Maar wij hebben het hier niet zo op vreemden
|
De duisternis viel toen ik terugliep naar het dorp
|
De mist zweefde over de heemden
|
Het leven is goed in Niemandsdorp
|
Kreeg ik mijn leven lang te horen
|
Het leven is goed in Niemandsdorp
|
Maar alleen als je er bent geboren
|
Het dorp was stil, nergens scheen licht
|
Er hing een dichte mist in de straten
|
Toch voelde ik dat er op mij werd gelet
|
Achter de luiken hield men mij in de gaten
|
Nergens een herberg en nergens een hotel
|
Slechts een kroeg met een bord 'De drie wijzen'
|
De deur was op slot en ik vroeg me af waarom
|
Ik had besloten naar dit dorp af te reizen
|
Zoekend in een mistige duisternis
|
Merkte ik dat alle straten doodlopend waren
|
Het idee hier voorgoed te moeten blijven
|
Begon me langzaamaan zorgen te baren
|
Pas toen het morgen werd en de mist was verdwenen
|
Zag ik nergens meer huizen of straten
|
Ik had een uitweg gevonden naar het glooiende land
|
En uiteindelijk Niemandsdorp verlaten
|
Terwijl ik besefte dat het duidelijk was
|
Dat ik me in mijn reisdoel had vergist
|
Keek ik om en ver aan de horizon
|
Lag Niemandsdorp nog steeds in de mist
|
Het leven is goed in Niemandsdorp
|
Kreeg ik mijn leven lang te horen
|
Het leven is goed in Niemandsdorp
|
Maar alleen als je er bent geboren
|
Het leven is goed in Niemandsdorp
|
Kreeg ik mijn leven lang te horen
|
Het leven is goed in Niemandsdorp
|
Maar alleen als je er bent geboren |