| Lang voor hen, lang voor die kale lui
|
| Toen waren wij, en bloem en vogels, heerlijk vrij
|
| Maar sinds zij kwamen zitten bloemen in een pot
|
| De vogels in een kooi, beslissen zij ons lot
|
| Want zij, zij vonden uit, de boef en het gevang
|
| De strafregisters, en het kleine sleutelgat
|
| En heeft hun lange schaar de pers gecensureerd
|
| De apen, de apen
|
| De apen, hier uit de buurt
|
| De apen, de apen
|
| De apen, hier uit de buurt
|
| Lang voor hen, toen was de man een prins
|
| De vrouw was een prinses, de liefde troetelkind
|
| Maar sinds zij kwamen is de prins een bedelaar
|
| Het rijk sterft uit en de prinses wordt handelswaar
|
| Want zij, zij vonden uit de liefde die onteert
|
| Die liefde die een zaak is, de slavinnenhandel
|
| De gangsters met hun air van onbesproken wandel
|
| En van toen af zijn zij gefusilleerd
|
| De apen, de apen
|
| De apen, hier uit de buurt
|
| De apen, de apen
|
| De apen, hier uit de buurt
|
| Lang voor hen was er nog vrede op aard'
|
| De vrijheid van persoon die was nog heel wat waard
|
| Maar sinds zij kwamen zijn zij er toch in geslaagd
|
| Dat de rede van staat de rede heeft verjaagd
|
| Want zij, zij vonden uit die spitse bajonet
|
| De napalm en atoombom, de geleide raket
|
| De hersenspoeling hebben zij en hooggeleerd
|
| En van toen af zijn zij geciviliseerd
|
| De apen, de apen
|
| De apen, hier uit de buurt
|
| De apen, de apen
|
| De apen, hier uit de buurt |