Op de dag dat de hond dood ging
|
Viel opeens de eerste sneer
|
De lucht was koud en grijs als lood
|
En de meeuwen en de kraaien schreeuwden zachtjes dat het beter was
|
Dan steeds maar weer te vechten
|
Tegen alles wat maar zeer maar blijft doen
|
En ik dacht alleen nog maar aan toen:
|
Die keer dat jij en ik
|
En de labrador
|
Gingen rennen aan het strand
|
Met een volmaakte voorjaarszon
|
Wij hand in hand
|
En het blaffen van de hond
|
Toen ik hier was aangekomen
|
Met de spade in m? |
n hand
|
Stond ik doodstil bij de boom
|
Die zich hoog over de rand boog
|
En ik keek zo in de diepte
|
Waar de labrador zou slapen
|
Er is niets meer dat nog zeer kan doen
|
En ik denk alleen nog maar aan toen:
|
Die keer dat jij en ik
|
En de labrador
|
Gingen rennen aan het strand
|
Met een volmaakte voorjaarszon
|
Wij hand in hand
|
En het blaffen van de hond
|
Die een brug was tussen ons
|
En nu hij weg is is het winter
|
En blijft er niets meer over
|
Van wat jou met mij verbond
|
Ik vervloek de witte deken
|
Uitgespreid over de grond
|
Ik heb uren lang gekeken
|
Maar ik zag niets dat de hond ooit bij me terug zou kunnen brengen
|
En jouw liefde evenmin
|
Er is niets meer dat nog zeer kan doen
|
En ik denk alleen nog maar aan toen:
|
Die keer dat jij en ik
|
En de labrador
|
Gingen rennen aan het strand
|
Met een volmaakte voorjaarszon
|
Wij hand in hand
|
En het blaffen van de hond
|
Jij en ik
|
En de labrador
|
Rennend aan het strand. |
(3 x)
|
Jij en ik… |